De gebouwde omgeving om ons heen verandert, met nieuwe constructies en moderne technologieën brengen we een fundamentele verschuiving teweeg in de manier waarop nieuwe gebouwen worden ontworpen en gebouwd, terwijl ingrijpende renovatieprogramma’s plaatsvinden in oudere gebouwen, als onderdeel van de broodnodige inspanningen om energie te besparen en het verlagen van onze ecologische voetafdruk. Laten we deze gelegenheid aangrijpen om zowel de brandveiligheid alsook de energie-efficiëntie van onze gebouwvoorraad te verbeteren.
Onze gebouwen veranderen snel als gevolg van trends zoals groene, duurzame en energie-efficiënte gebouwen met meerdere gebruiksfuncties. We veranderen onze gebouwen waarbij de consequenties voor de brandveiligheid niet in alle gevallen zijn te overzien.
Niet alleen de bouwkundige randvoorwaarden wijzigen in geval van nieuwbouw en ombouw van gebouwen. Ook de gebouwgebruiker verandert. Vanwege de vergrijzing vertoont de leeftijdsopbouw van de Nederlandse bevolking een heel andere samenstelling dan bijvoorbeeld 50 jaar geleden. Dit impliceert een ander waarnemingsvermogen en vluchtgedrag dan waarvan standaard wordt uitgegaan. Door de vergrijzing ontstaat een trend van langer zelfstandig blijven wonen. Die trend is vanuit economisch perspectief noodzakelijk. Zelfstandig wonen betekent dat bewoners min of meer zelfredzaam zijn. De vraag is of zij dat onder brandcondities dan ook zijn. In elk geval zullen zij meer tijd nodig hebben om zich in veiligheid te brengen. De hulpmiddelen zoals rollators en scootmobielen zullen daarbij misschien eerder belemmerend dan meewerkend zijn. De benodigde vluchttijd zal dus toenemen. (bron Fellowspeech FSE van Ruud van Herpen TU/e, Building Physics and Services dd 20 maart 2013; klik hier voor de presentatie)
De cijfers
Branden met een schade van meer dan 1 miljoen euro
In 2013 hebben zich in ons land 148 grote branden voorgedaan, waarbij de geraamde schade één miljoen euro of meer bedroeg. Sinds de start van de registratie van de miljoenenbranden in 1998 deden zich in één jaar nooit meer grote brandcalamiteiten voor. Deze zorgden gezamenlijk voor een schadelast van naar schatting 636,5 miljoen euro, ruim 70% meer dan de 365,1 miljoen euro in 2012 en op een kleine drie ton na een evenaring van de grootste schadelast ooit in een jaar: de 636,8 miljoen euro in 2003.
Branden in zorggebouwen
Ten opzichte van het jaar 2011 (met 1081 binnenbranden) is er een zeer forse stijging te constateren voor 2012 met 1673 binnenbranden in zorggebouwen, zoals ziekenhuizen en in gebouwen voor ouderenzorg, psychiatrie en gehandicaptenzorg e.d. een stijging van 55%.
Overheidsdoelstelling
Het is geen doelstelling van de overheid om de schade te beperken die optreedt op het terrein waar de brand ontstaat. Het doel van de brandveiligheidsvoorschriften is namelijk het voorkomen van slachtoffers (gewonden en doden) en het voorkomen dat een brand zich uitbreidt naar een ander perceel. Het behouden van het bouwwerk en het voorkomen van schade aan het milieu, monumenten of maatschappelijke voorzieningen of belangen zijn geen doelstellingen van de overheid. (Bron: Bouwbesluit 2012)
Hoe brandveilig is een duurzaam gebouw?
Wat nodig is, is een integrale benadering met niet alleen oog voor personen maar ook voor het gebouw. Een duurzaam gebouw moet niet alleen vluchtveilig maar ook een brandveilig gebouw zijn. Het is dus belangrijk te zoeken naar de juiste balans tussen brandveiligheid en duurzaamheid.
Wat wij regelmatig constateren zijn branden die door- of overgeslagen zijn naar een ander compartiment en/of gebouw op hetzelfde perceel. Deze gevolgschade komt volledig voor rekening van de betreffende eigenaar van het perceel en is geen overheidsverantwoordelijkheid. Dit soort gevolgschades zijn op een redelijk eenvoudige manier te voorkomen. Het antwoord van een willekeurige verzekeraar is helder. Zorg minimaal voor een scheiding die gedurende 4 uur branduitbreiding kan voorkomen en het maximale schadescenario wordt bijvoorbeeld gehalveerd. Dit resulteert in een premiereductie van 50%!
Voorgaande betekent dat hoe robuuster een gebouw wordt gebouwd, hoe minder schade ontstaat ten gevolge van een brand. De keerzijde is dat meer materialen worden gebruikt en de duurzaamheid onder druk komt te staan. Onderstaand plaatje illustreert dit verschil.
Lichte scheidingsconstructie (robuustheid laag)
Zware scheidingsconstructie (robuustheid hoog)
Maatschappelijke verantwoordelijkheid
Er is ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid waar we mee te maken hebben. Het gaat niet alleen om de economische impact maar ook om de sociale impact. Niet alles wordt door onze overheid geregeld. Bij het ontwerpen van een duurzaam gebouw zullen keuzes gemaakt moeten worden welke preventieve maatregelen wenselijk c.q. verstandig zijn ook al zijn deze in voorkomende gevallen bovenwettelijk.
Hoe brandveilig is een duurzaam gebouw?
Onze maatschappelijke verantwoordelijkheid gaat verder dan het wettelijke kader. Het gaat om maatschappelijk verantwoord ondernemen waarbij de eigenaar/opdrachtgever van een bouwwerk het bouwwerk krijgt opgeleverd dat voldoet aan zijn verwachtingen en ambities en aan datgene wat zijn omgeving van hem mag verwachten, niet alleen in de gebruiksfase maar ook op het moment dat er brand uitbreekt. Zorg er daarom voor dat rekening wordt gehouden met het toekomstige gebruik en het veranderende gedrag van personen door bijvoorbeeld vergrijzing. Duurzame gebouwen die wat betreft brandveiligheid voldoen aan de minimale eisen van de bouwregelgeving en als het gaat om robuustheid laag scoren gedragen zich bij brand over het algemeen onvoorspelbaarder en zijn gevoeliger voor branduitbreiding naar andere compartimenten/gebouwen.
Het Bouwbesluit regelt niet hoe een gebouw eruitziet na een brand.