De meeste mensen ervaren bij een ruimtetemperatuur tussen 20 en 22 °C een behaaglijk gevoel. Dit behaaglijke gevoel wordt bij vloerverwarming al bereikt bij een temperatuur die gemiddeld 2°C lager ligt. Dat komt door de gelijkmatig verdeelde stralingswarmte, de aanmerkelijk geringere tocht en de optimale temperatuuropbouw. Dit betekent een duurzame besparing van 10%. De combinatie met een warmtepomp maakt een verregaande onafhankelijkheid mogelijk van de toenemende energieprijzen. Bij een water/water-gevoerde waterpomp kan bij gebruik van grondwater bovendien kosteloos gebruik worden gemaakt van de koelfunctie.
In het geval van vloerverwarming is er sprake van een groot verwarmend oppervlak, waardoor een gelijkmatig temperatuurbeeld ontstaat. In het geval van conventionele radiatoren treden grote temperatuurverschillen op, zoals de hoge temperatuur naast de radiator en de lage temperatuur in de hoeken van de kamer of temperatuurverschillen over de hoogte van de kamer. Met vloerverwarming treden nauwelijks temperatuurverschillen op.
Dezelfde systemen, die tijdens de verwarmingsperiode voor een excellent comfort zorgen, kunnen in de zomer worden gebruikt voor koeling. Om de functie van de oppervlakteverwarming naar koelen over te schakelen, wordt er koud water door het bestaande buissysteem geleid. De oppervlaktekoeling is duidelijk effectiever dan het gebruik van airco, zeker in combinatie met een warmtepomp of een broninrichting. De regelcomponenten zorgen daarbij voor een optimaal klimaat in de kamer, en voorkomen de vorming van condens. Andere voordelen zijn het geluidloos bedrijf en de hoogst mogelijke behaaglijkheid, omdat er geen tocht kan ontstaan.
De vloer- en wandverwarmingssystemen zijn op het zicht niet aanwezig. Dit maakt een optimaal gebruik mogelijk van de ruimte, omdat de muren niet meer worden ingenomen door radiatoren en een meer individuele vormgeving van de ruimte mogelijk is.