Er zijn verschillende soorten kleine windturbines, zoals horizontale en verticale as turbines. Horizontale as turbines (wiekmodel) moeten altijd in de richting van de wind gericht staan om te kunnen draaien. Verticale as turbines kunnen de wind langs alle windrichtingen opvangen en het is dus niet noodzakelijk dat deze in de wind gericht worden. Verder zijn er ook nog andere innovatieve ontwerpen, zoals de Energy Ball. Deze turbine heeft, zoals de naam al doet vermoeden, de vorm van een bal.

Energielevering

Kleine windturbines kunnen “stand alone” of netgekoppeld worden. Bij “stand alone” worden meestal accu’s opgeladen, waarbij de energie op een later moment wordt afgenomen. Voorbeelden zijn zeilboten, derde wereld landen, locaties zonder netaansluiting. In de meeste gevallen wordt een kleine windturbine echter aan het elektriciteitsnet gekoppeld. Om de 12 tot 48 volt van een kleine windturbine om te zetten naar 230 Volt met een frequentie van 50 Hertz wordt een zogenaamde omvormer, ook wel invertor toegepast. Een kleine windturbine wordt achter de meter geplaatst, hierdoor wordt eerst aan het pand geleverd. Het overige wordt aan het openbare elektriciteitnet teruggeleverd.

Beleid

Er zijn een paar verplichtingen waar altijd aan voldaan moet worden voordat een kleine windturbine geplaatst mag worden. Dit zijn: bestemmingsplan aanpassing, bouwvergunning, en welstandstoetsing. In de meeste bestemmingsplannen zijn windturbines niet genoemd. Hierdoor moet de gemeenteraad ter verwezenlijking van een project van gemeentelijk belang, in afwijking van een geldend bestemmingsplan, een projectbesluit nemen. Na het projectbesluit en de publicatie moet een bestemmingsplan worden vervaardigd.

Test uitgevoerd in zeeland

Rapportages en documenten: